De Romeinen waren de eersten die in onze streken steden bouwden. Daarvoor woonden de mensen in kleine gehuchten met een paar boerderijen, waar zij landbouw en veeteelt bedreven. Toen de Romeinen kwamen bouwden zij voor de stammen hier een hoofdplaats: voor de Bataven werd dat Nijmegen (oppidum Batavorum) en voor de Cananefaten in het westen Forum Hadriani in Voorburg bij Den Haag. In die steden zetelde de gemeenteraad en zal het een drukte van belang zijn geweest van handelaars en ambachtslieden. Toch zullen de meeste Romeinen gewoon nog op het platteland hebben gewoond.
De Romeinse stad valt op door zijn bijzondere structuur. In principe
vierkant van opzet wordt hij door twee elkaar loodrecht kruisende
staten in vieren gedeeld. De stad is onderverdeeld in blokken, zogenaamde
insulae,
zodat een schaakbordpatroon ontstaat. In het midden van de stad ligt
het forum, een groot plein waar allerleid
zaken geregeld konden worden. Hier stond een grote tempel,
lag de basilica, waarin recht werd gesproken
en ontvangsten plaatsvonden, en de curia,
de raadszaal. Vespreid over de stad vond men in elke stad badgebouwen,
en nog meer tempels. Ook een theater of amphitheater
behoorde tot de mogelijkheden. Steden leken met hun rechte structuren verdacht veel op Romeinse legerplaatsen (Zie: het leger). Ze waren dan vaak ook gebouwd door militaire ingenieurs. Deze legde een Romeinse stad natuurlijk aan op een gunstige plaats, bijv. aan een rivier of belangrijke weg, zodat de geproduceerde goederen gemakkelijk verhandeld konden worden. Juridisch kennen we twee soorten steden, steden met en steden zonder stadsrechten. Een stad zonder stadsrechten noemen we een peregrine stad. Voorbeelden hiervan zijn Heerlen en Maastricht. Binnen de steden met stadsrechten waren er twee 'rangen' stadsrechten. De hoogste was de colonia. In Nederland hebben we nooit een colonia gehad. Voorbeelden van de dichtstbijzijnde coloniae zijn: Colonia Ulpia Traiana (Xanten) en Colonia Claudia Ara Agrippinensium (Keulen). Na de colonia volgde in rang het municipium. In Nederland lagen twee municipia: Municipium Batavorum alias Ulpia Noviomagus (Nijmegen-west) en Municipium Aelium Cananefatium alias Forum Hadriani (Voorburg). De Romeinse stad was ook de hoofdstad van een stam. Nijmegen bijv. van de Bataven, Voorburg van de Cananefaten. Het nadeel van het wonen in een peregrine stad was dat je dan geen burgerrechten had. Het hebben van burgerrechten was erg handig, omdat het Romeinse rechtssysteem twee soorten recht had: voor burgers en niet-burgers. Als burger kwam je er zo voordeliger uit. Elke stad had twee burgemeesters, een zogenaamde duumvir. De gemeenteraad bestond uit decuriones. Gebouwen in de stad Theaters en Amphitheaters Stadsmuren Huizen in de stad Tempels
Vlakbij Den Haag, onder de agglomeratie Voorburg ligt het Romeinse municipium Forum Hadriani Municipium Aelium Cananefatium, de hoofdplaats van de stam van de Cananefaten. Heden ten dage ligt Forum Hadriani grotendeels onder een park. De stad ligt aan de vliet, een riviertje dat deel uitmaakte van het kanaal van Corbulo. Deze beroemde generaal groef een kanaal van Leiden naar de maasmonding (Helinium), zodat de schepen niet over de woelige zee hoefden te varen. Rond 50-70 begonnen de Romeinen met het bouwen van een stad. Keizer Hadrianus verleende de stad stadsrechten en gaf het de naam Forum Hadriani (Markt van Hadrianus). Zo werd Voorburg de meest noordelijke stad van het Romeinse rijk. Tot ca. 275 beleefde de stad een bloeiperiode. Daarna werd hij verlaten.
Maastricht en Heerlen hadden geen stadsrechten, maar waren toch flinke
Romeinse steden. Maastricht had een oppervlakte
van ca. 15-20 ha, Heerlen ca. 10-15 ha. Heerlen heette Coriovallum,
de Romeinse naam van Maastricht weten we eigenlijk niet zo goed. Maastricht
had een grote brug, aangelegd onder keizer
Augustus (27 voor - 14 na Chr.). Maastricht was erg belangrijk als Maasovergang.
Ter beveiliging werd in de laat-Romeinse tijd een fort
met ronde torens gebouwd om de brug te bewaken. De mensen in
Maastrich moeten flink rijk zijn geweest, getuige de prachtige rijke
grafmonumenten die in de buurt zijn gevonden. Maastricht was erg belangrijk
in de Laat-Romeinse tijd, in de vierde eeuw zocht de bisschop
van Tongeren Servatius er zijn toevlucht en stichtte een christelijke
gemeenschap binnen het castellum. Xanten is de dichtsbijzijnde colonia. Het ligt vlak over de grens in Duitsland. Behalve dat er een aantal zeer grote legerkampen hebben gelegen. Kreeg de stad van de Cugerni er een nederzetting. Deze stad werd Cibernodurum genoemd. In de Batavenopstand werd de stad zwaar beschadigd, en herbouwd. Rond het jaar 100 verleende keizer Trajanus de stad de naam Colonia Ulpia Traiana (CVT). In de laat-Romeinse tijd werd in het binnenste deel van de stad een grote, 10 meter hoge muur met gracht gebouwd. De meeste Romeinse steden zijn niet zo goed bewaard gebleven, omdat de mensen na de Romeinen op de plek van de oude stad zijn blijven wonen. (lekker makkelijk, heb je de stenen voor je huis al klaarliggen). Bij Xanten is dit anders: het huidige plaatsje is ontstaan bij het martelaarsgraf van een heilige. Romeinse grafvelden lagen altijd buiten de stad en daarom is de Romeinse stad uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Heden ten dage zijn delen van de stad gereconstrueerd en is er een archeologisch park van gemaakt. Prachtig zijn het zeer grote amfitheater, de poorten en het badhuis. Keulen Toen de Romeinen de stam van de Ubii rond het huidige Keulen plaatsten kregen van Agrippa, veldheer en vriend van keizer Augustus een eigen stad, Oppidum Ubiorum. In het jaar 50 na Chr. bedingt Agrippina de Jongere bij haar man, keizer Claudius dat haar geboortestad, Keulen stadsrechten krijgt. Claudius geeft het de naam Colonia Claudia Ara Agrippinensium (CCAA) . In 69 wordt stadhouder Vitellius in Keulen tot keizer utigeroepen. Hij blijft wordt echter verslagen door Vespasianus. In 89 wordt Keulen hoofdstad van de Romeinse provincie Neder-Germanië. Er wordt een groot paleis voor de stadhouder hebouwd. De stad komt tot grote bloei en wordt het centrum van de glasblaasindustrie.In de jaren 259-274 sticht Keizer Postumus een eigen Gallisch separatistsich keizerrijk vanuit Keulen, maar dit houdt het maar enkele tientallen jaren uit. Toch een bijzondere periode in onze eigen geschiedenis. In 310 laat Keizer Constantijn een grote brug bouwen. In 455 wordt Keulen door de Franken veroverd. |