Platteland
 
Heel vaak wordt gesproken over "De Romeinen", zonder dat er wordt nagedacht wie daarmee nu eigenlijk worden bedoeld. De Romeinen in Italië waren heel anders dan de Romeinen in deze streken. Ze spraken een andere taal en hadden een compleet andere cultuur. En is een veroverde Germaan nu een Romein of toch eigenlijk een Germaan? Het merendeel van de Romeinen in ons land waren eenvoudige mensen, die van de Romeinen toestemming hadden gekregen binnen de grenzen van het Romeinse rijk te wonen. Zo vormden zij buffers tussen de rijkdom van Gallië (Frankrijk) en de expanserende Germanen in het noorden. Deze mensen hadden een in onze ogen karig bestaan en leefden van landbouw en veeteelt. Het leven op het platteland was voor de meeste Romeinen in Nederland de dagelijkse realiteit.

Behalve de inheemse bevolking waren er ook rijke Romeinen die zich met landbouw bezig hielden. Zij bezetten de vruchtbare gronden met kolossale commerciële landbouwbedrijven. In dit onderdeel komen beide aan bod: de villa's van de rijke Romein, en de eenvoudige nederzettingen van de gewone mensen.

Villa's

Het Latijnse woord villa betekent in de eerste plaats niet wat wij onder een villa verstaan (een luxe buitenhuis), maar een boerenbedrijf. Maar het centrale huis op het villacomplex was wel zo ingericht dat de rijke bezitter prettige uurtjes op het platteland kon doorbrengen. Bij sommige villa's vertoont dit hoofdgebouw zo'n luxe, dat het moderne begrip er ook weer niet zover vanaf ligt. Een villa bestaat vaak uit een hoofdgebouw met een aantal bijgebouwen daaromheen. Dit wordt door een muur omgreppeld. daarbuiten ligt het landbouwareaal dat bij de villa hoort. Dat was flink groot, zo'n 100 à 300 ha. Als we de villa's die we kennen met elkaar vergelijken zien we dat er globaal gesproken twee typen hoofdgebouwen bestaan. Het mediterrane type, dat rond een binnenhof is gegroepeerd, en provinciale type met een lineair grondplan, waarvan in onze streken een variant, de porticusvilla heel populair was.

In Nederland zijn zo'n 30 villa's gevonden, vrijwel allemaal in Limburg. Daar waren namelijk de vruchtbare lössgronden, waarop massaproductiegewassen, zoals granen goed konden gedijen. En waarschijnlijk zijn er nog veel meer geweest. Onder de akkers liggen nog een hoop resten. Nog regelmatig worden er nieuwe ontdekkingen gedaan. De villa's stonden niet zo maar hier en daar los in het landschap, maar maakten deel uit van een hele lappendeken van villa's, die relatief dicht op elkaar stonden. Heel Zuid- en Middenlimburg was zo op regelmatige afstanden van villa's voorzien. Dit loopt door in Duitsland, daar bestaan uitgestrekte gebieden die helemaal doorspekt zijn met villa's.

Een goede ligging was voor een villa van essentieel belang. Natuurlijk moest het het liefst op een vruchtbare bodem liggen. Verder was de nabijheid van een afzetmarkt (bijv. een stad of een legerkamp) erg belangrijk. Belangrijk was ook de nabijheid van een riviertje of een weg. Elke meter afstand tot de afzetmarkt meer voegt kostprijs toe. De ligging vlakbij een stad was ook nog voordelig omdat daar veel seizoensarbeiders te werven waren.

Rijke mensen begonnen graag zelf een villabedrijf of lieten er een besturen, omdat landbouw voor rijke Romeinen de enige min of meer betrouwbare vorm van beleggen was. De weinige villaeigenaren die we kennen waren ook rijke mensen. Ook veteranen kregen na hun afzwaaien een lapje grond.

De eerste villa's in ons land kwamen op in de eerste helft van de eerste eeuw, maar vanaf 50 kwamen ze pas goed op gang. De vrede en stabiliteit sinds keizer Augustus zorgde voor economische bloei en de opkomst van steden. Deze vormden samen met het leger de voornaamste afzetmarkt van Romeinse villa's. De tweede eeuw was de bloeiperiode van de villa. Ze schoten bij honderden als paddestoelen de grond uit. Aan het einde van de tweede eeuw begint de neergang van de villaeconomie, die zich doorzet in de derde eeuw. Dit had met politieke, maar ook met klimatologische factoren te maken. Met het instorten van de grensverdediging gingen ook de villa's ten onder. Sommige villa's overleven het in de vierde eeuw. Er komen dan zelfs af en toe nieuwe villa's bij. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het keizerlijk centrum Trier.

In het begin van de twintigste eeuw is er veel aandacht besteed aan villaonderzoek, vooral vanwege de rijke vondsten. Daarna bleef het een tijdje stil. Tegenwoordig is de belangstelling weer opgebloeid. Nu kijken we ook naar dingen, waar vroeger weinig aandacht aan werd besteed, zoals: Hoe was het leven op een villa? Hoeveel en wat werd er geproduceerd? Waar diende de vertrekken in de villa voor?

Het meest verbouwde product was graan, maar een villa was nooit helemaal een monocultuur. Dat was te risicovol. Daarom werd er altijd gezorgd dat de villa zelfvoorzienend was en de werkkrachten te eten hadden. In de oudheid bestond altijd de dreiging van oorlog of een misoogst. Daarom probeerde men zoveel mogelijk aan risicospreiding te doen. Dit kon men doen door op verschillende terreinen te verbouwen (nat-droog, op een heuvel, in een dal), en verschillende kwalitatief hoogwaardige producten te verbouwen. Nieuwe rassen en wisselteelttechnieken zorgde voor een verhoogde opbrengst. In de piektijden werden seizoensarbeiders ingehuurd.

Een aantal villa-hoofdgebouwen in ons land zijn compleet opgegraven. Daarom hebben we redelijk idee hoe het hoofdgebouw van de villa er uit heeft gezien. De hoofdgebouwen bestonden uit een woon- en een werkgedeelte. Het woongedeelte was voorzien van alle bekende gemakken. Zij waren vaak van steen opgetrokken en maakten gebruik van Romeinse bouwtechnieken, zoals dakpannen, muurschilderingen, Romeinse vloerverwarming (hypocaust) en vensterglas. Ook werd er soms een badhuis bij gebouwd.

Als de villa-eigenaar overleed, werd hij begraven in een tumulus (grafheuvel) vlakbij de villa. Het lichaam werd in een kist in een grafkamer bijgezet, omringd met kostbaarheden. Vaak werd een compleet drinkservies meegegeven met voedsel voor het hiernamaals. Ook badproducten, sieraden en wapens werden meegegeven. Daarna werd de grafkamer overdekt en werd er een heuvel opgeworpen. Een aantal tumuli zijn opgegraven. Heel beroemd zijn de tumuli van Esch. In Simpelveld is een unieke grafkist ontdekt met reliëfs aan de binnenkant.

(meer: www.romeinsevilla.nl, verslag van de opgraving van de villa van Kerkrade.)
(meer: www.pansa.nl, nieuwe reconstructies van Romeinse villa's.)

Nederzettingen

De gewone mensen in Romeins Nederland zullen heel eenvoudig gewoon hebben, in een huis dat nog sterk in een prehistorische traditie staat. Zij leefden van akkerbouw en veelteelt.